Duizend miljoen, waar gaat dat heen?
De Gelderse begroting 2022 blijft net onder de miljard: 990 miljoen. In de titel noem ik het duizend miljoen, dat geeft goed aan hoe ongelooflijk veel geld het is. ‘Mokerveel’ zou dat in mijn vriendenkring worden genoemd. De vorige keer heb ik uitgelegd dat de Provincie Gelderland rijk is, maar dat het steeds minder wordt. In deze blog vertel ik waar Gelderland haar geld aan uitgeeft.
Maar eerst: waar komt dit geld vandaan?
We krijgen grofweg inkomsten uit vier bronnen:
- Geld van de landelijke overheid: circa 300 miljoen (dit heet ‘Provinciefonds’);
- Wegenbelasting: circa 230 miljoen (dit heet ‘Opcenten’);
- Aandelen en leningen en dergelijke: 75 miljoen (dit heet ‘Dividend en vermogensbeheer’);
- Overige inkomsten: 120 miljoen (geld uit Europa, bijdragen van gemeentes en dergelijke aan projecten, geld van het Rijk dat maar één keer komt).
De oplettende lezer ziet dat dit samen ongeveer 730 miljoen is. De rest van de uitgaven betalen we uit (bestemmings)reserves.
Waar geven we het geld aan uit?
Ik zal even beginnen met het droge antwoord. Dat is misschien een beetje saai, maar geeft wel een goed beeld.
- Het draaien van de provincie zelf, met name ambtenaren en het provinciehuis: 180 miljoen;
- Wegen, met name onderhoud: 135 miljoen;
- Openbaar vervoer, met name het laten rijden van regionale treinen en bussen: 160 miljoen;
- Natuur: bescherming, beheer, bescherming tegen stikstof, verhogen biodiversiteit: 160 miljoen;
- Duurzaamheid, voor onder andere verduurzamen mobiliteit, bedrijven, wijken, voorfinanciering voor opwerkprojecten, klimaatadaptatie: 75 miljoen;
- Cultuur en erfgoed, bijvoorbeeld het onderhouden van erfgoed en het ontwikkelen van de culturele sector : 50 miljoen;
- Economie, zoals kennis en innovatie, onderwijs en arbeidsmarkt en circulariteit: 150 miljoen;
- Wonen, voor met name het versnellen van woningbouw: 50 miljoen;
- Leefbaarheid, bijvoorbeeld dorpendeals en de leefbaarheidsalliantie: 10 miljoen;
- Sport, bijvoorbeeld voor evenementen, talentontwikkeling en het stimuleren van gezond bewegen: 7 miljoen.
Een aantal van deze taken moeten we doen. Bijvoorbeeld het onderhoud van wegen en het openbaar vervoer. Maar de provincie doet ook (heel) veel omdat we het belangrijk vinden een bijdrage te leveren aan bepaalde doelen, zoals leefbaarheid, cultuur en wonen. Over alles wat we doen is natuurlijk veel meer te zeggen dan wat ik nu heb gedaan. Lees daarvoor vooral wat andere fractieleden daarover zeggen en schrijven.
Straks is er minder geld
De vorige keer schreef ik al dat er steeds minder geld is. Daarom zijn de Provinciale Staten nu met een spannend proces bezig. We zijn aan het bekijken welke zaken allemaal goedkoper kunnen dan we nu doen en welke zaken we misschien minder of niet meer moeten doen. Dat zijn spannende, politieke keuzes. Minder doen dan eerst (bezuinigen dus eigenlijk) is nooit leuk, maar we zullen wel moeten. Waarschijnlijk zullen in de zomer, bij de Perspectiefnota, de eerste keuzes worden gemaakt. En ook nu al moeten we goed op het geld letten. Alles wat we nu uitgeven maakt dat er de komende jaren minder geld beschikbaar is.
En het stamkapitaal?
Met ons stamkapitaal (kort door de bocht: het geld van de provincie dat op de bank staat) doen we ook nog allerlei ingewikkelde zaken met fondsen, leningen en deelnemingen. Daar zal ik de volgende keer meer over vertellen.