Betaald parkeren in de natuur
Natuur is essentieel en van wezenlijk belang. Naast de intrinsieke waarde van natuur en de noodzaak van kwalitatief hoge biodiversiteit is het ook voor ons als individu van groot belang. Meer groen is namelijk goed voor de mens, zowel mentaal als fysiek. En precies om deze reden is het zo belangrijk dat natuur voor iedereen toegankelijk is.
Tijdens de voorbereidende bijeenkomsten over de perspectiefnota brachten wij daarom het punt over het betaald parkeren en dus de toegankelijkheid van natuurgebieden in. Wij maken ons daar namelijk zorgen over. De Gelderlander heeft daar ook een artikel over geschreven.
Het onderwerp komt niet zomaar uit de lucht vallen, er wordt vaker over de kosten voor natuur gesproken. Op zichzelf kun je stellen dat natuur onbetaalbaar is. Waar het eigenlijk over gaat is wat natuur ons waard is.
In dit geval: willen wij ook dubbel betalen doordat betaald parkeren ingevoerd wordt bij natuurgebieden? Is dat rechtvaardig? En vinden wij met het stellen van deze vraag dan dat natuur niet te veel mag kosten? Dat laatste is zeker niet het geval. Wij zijn er van overtuigd dat wij goed moeten zorgen voor de schepping. Dat kost wat en natuur is dus niet gratis. Toch vinden wij dat we voorzichtig moeten zijn met het structureel invoeren van betaald parkeren. En áls we dat toch in gaan voeren, moeten we in ieder geval een goed plan hebben. Natuur moet namelijk voor iedereen toegankelijk blijven. Als provincie hebben we daar een rol in.
De provincies zijn namelijk verantwoordelijk voor natuurbeleid. Dat betekent dat zij beleid maken en financiering verzorgen. Beleid maken gaat bijvoorbeeld over het beheren en aanleggen van (nieuwe) natuur. Dit kan door bijvoorbeeld gebieden beter op elkaar aan te laten sluiten. Dat gebeurt met het Gelders Natuur Netwerk. Een belangrijk instrument voor de financiering van de nieuwe en bestaande natuur is de SNL, het Subsidiestelsel Natuur en Landschap. Met de terreineigenaren maakt de provincie afspraken over welke natuurdoelen per terrein behaald moeten worden. Aan de hand van die doelen krijgen zij een vergoeding, nu nog 75% van de standaard kostprijs, straks 84% en mogelijk wordt dat 100%. Dat betekent dus wel dat er op dit moment een tekort is. Dit tekort moeten de terreineigenaren zelf aanvullen. Dat doen ze door bijvoorbeeld het verkopen van hout, het verpachten van terreinen of het bieden van betaalde excursies.
Maar de SNL financiert niet alleen natuurdoelstellingen. Het is ook mogelijk voor de terreineigenaren een openstelling bijdrage aan te vragen. Met de openstellingsbijdrage worden de kosten voor het onderhoud van voorzieningen vergoed. Concreet gaat het dan om het beheer van bijvoorbeeld de wandel- en fietspaden. In de financiering is dus een onderscheid aangebracht tussen het in stand houden van de natuur. En het kunnen beleven daarvan, de openstellingsbijdrage. Een terreineigenaar is vrij om deze financiering aan te vragen. De Hoge Veluwe vraagt bijvoorbeeld de openstellingsbijdrage niet aan. Maar vraagt in plaats daar van entreegeld.
Dat is dan ook precies waarom wij een motie hebben ingediend. Want als samenleving dragen we met elkaar bij aan het in stand houden van de natuur en ook aan het kunnen beleven daarvan. Wij vinden het dan ook opmerkelijk dat er geld betaald moet gaan worden door middel van een parkeerheffing, terwijl we óók al met elkaar betalen voor het toegankelijk houden van de natuur.