Het OV is een open wond
Afgelopen week kwam ik opnieuw in contact met een buschauffeur. Hij had grote zorgen over de staat van het busvervoer in onze provincie. En die zorgen zijn niet nieuw. Wij roepen het al jaren: het OV staat onder grote druk. Het is een open wond geworden die vraagt om een serieus behandelplan. Het stadium van pleisters plakken zijn we ondertussen allang gepasseerd.
Minder reizigers
Als je de verhalen van de buschauffeurs hoort, dan begrijp je ook wel dat reizigers minder gebruik maken van het OV. Er rijden gewoon niet zoveel bussen. En niet omdat er geen geld is om de bussen te laten rijden, maar omdat de bussen kapot zijn, of omdat er geen chauffeurs zijn.
Andere kijk op OV
In de Provinciale Staten spraken we vandaag over de zorgen die er zijn over het OV. In eerste instantie ging het over geld. Want laten we eerlijk zijn: OV kost geld. Maar de zorgen gaan veel verder dan geld. We moeten compleet anders gaan nadenken over ons materieel – zoals de bussen – en hoe we chauffeurs in dienst krijgen en houden. En ook hoe we meer reizigers krijgen.
Om dit te realiseren moeten we eerst de basis op orde krijgen. En daar hoort geld bij. Als ChristenUnie vinden we dat het Rijk hier eerst haar verantwoordelijkheid in moet nemen.
Langetermijnvisie noodzakelijk
De tijd dringt. Na de zomer bespreken we de perspectiefnota in de Staten en moeten we besluiten nemen. Als ChristenUnie vinden we dat we tot die tijd bij het Rijk moeten blijven aandringen om deel te nemen aan de oplossing. Verder vinden we het van belang dat we als Provinciale Staten een langetermijnvisie ontwikkelen over OV. Hoe vinden we dat het OV er over 10 jaar uit moet zien? Over 20? Over 30? Het OV is namelijk onmisbaar om onze provincie en ons land bereikbaar te houden. Laten we daarom alles op alles zetten om het OV weer goed te laten functioneren. Voor de buschauffeurs, voor de monteurs en voor de reizigers.