Oost Nederland verdient beter
Dit artikel is ook geplaatst in 'opinie' van Binnenlands Bestuur.
Waarom betaalt de provincie Gelderland mee aan het Rijkswegennet? Deze vraag kwam recent op tafel tijdens de bespreking in de Provinciale Staten van Gelderland over het knooppunt A1-A30. Nu is het niet onterecht dat de vraag gesteld wordt of de provincie een bijdrage kan leveren. Deze vraag wordt namelijk aan iedere provincie gesteld en dergelijke investeringen dragen bij aan provinciale doelen zoals een goed vestigingsklimaat en een goede woonomgeving.
Er is echter wat vreemds aan de hand. De oostelijke provincies - Overijssel en Gelderland - dragen structureel veel meer bij aan Rijkswegen dan andere provincies. Uit vragen gesteld in de Tweede Kamer blijkt dat Gelderland in absolute en relatieve zin het meest van alle provincies bijdraagt. Daar komt nu ook nog bij dat het Rijk de Gelderlander vraagt om dubbel bij te dragen aan de verlenging van de A15 bij Arnhem: enerzijds met belastinggeld van de provincie en anderzijds via tolgeld voor het gebruik. De Gelderse politiek verzet zich hier tegen. Deels omdat de houding van het Rijk in deze case wringt: de inwoner van Noord-Holland of Utrecht hoeft nooit een extra cent te betalen om thuis te komen.
Je kunt op z'n minst stellen dat dit niet logisch is. Rijkswegen dienen namelijk niet alleen een regionaal belang maar ook een landsbelang. Ontsluiting is belangrijk voor de ontwikkeling van de regio op zichzelf. Maar door de Rijksweg kan de regio weer een grotere bijdrage leveren aan het nationaal product. Daarnaast faciliteren rijkswegen voor het grootste deel interprovinciaal en internationaal vervoer terwijl ze lokaal voor overlast zorgen.
Zo zal de verlenging van de A15 vooral economische waarde opleveren voor vrachtverkeer tussen de haven van Rotterdam en het Ruhrgebied. Toch wordt de provincie Gelderland geacht, naast de tol, flink bij te dragen. Tegelijkertijd zien we dat Oost Nederland een steeds grotere bijdrage levert aan grotere collectief. Zo ‘kantelt het zwaartepunt van de economie naar het oosten’. Ook als het gaat om de woningbouwopgave draagt het oosten van Nederland steeds meer bij als opvang van de overloop van de Randstad. Daar komt nog een derde punt bij en dat is Oost-Nederland als verbinding met de rest van Europa. Snelweg, spoor en ook de rivieren zijn de aders die Duitsland en Nederland met elkaar verbinden. Een goede ontsluiting van Oost-Nederland is dus van landsbelang. Daarom is een eerlijke verdeling van de lasten en middelen noodzakelijk.
Kortom, Oost Nederland verdient beter. Het wordt tijd dat het Rijk gaat inzien dat ze de regio hard nodig hebben om doelen te realiseren. Dat geldt voor uitdagingen met betrekking tot wonen, klimaat, stikstof en daarmee ook infrastructuur. Investeren in innovatieve, effectieve en schone infrastructuur is een gezamenlijk belang en vraagt gezamenlijke inzet. Het Rijk zal daarom provincies meer moeten gaan zien als partner en minder als pinautomaat. Een gelijkwaardige behandeling van provincies is daarbij cruciaal. Daarom pleiten wij voor een uitgebreide investeringsagenda voor het oosten van Nederland. De tol op de A15 moet daarbij geschrapt worden. Op die manier krijgt oost Nederland de erkenning die ze verdient. Hoog tijd dus dat het Rijk de regio echt gaat omarmen.
Jan Daenen, Statenlid PvdA Gelderland
Freek Rebel, Statenlid ChristenUnie Gelderland
Update
Op 10 november hebben we een motie over dit onderwerp ingediend tijdens de Provinciale Statenvergadering. De motie is aangenomen!