Herindelingsontwerp Barneveld-Scherpenzeel
Dirk Vreugdenhil tijdens de vergadering van de Provinciale Staten over de herindeling van Scherpenzeel
Het herindelingsadvies Scherpenzeel-Barneveld is een van de meest gevoelige dossiers die we in lang tijd in de Staten hebben gehad. Dat is niet voor niets: Inwoners voelen een verbondenheid met hun dorp of stad. Het maakt deel uit van hun identiteit. Hoe dichterbij die verbondenheid is vormgegeven, des te sterker het onderdeel uit maakt van die identiteit.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de emotie rond dit onderwerp groot is. Er is iets bijzonders aan de hand. Want als een provincie ingrijpt bij een gemeente moet je daar hele goede argumenten voor hebben. Voor de ChristenUnie is draagvlak een leidend principe. Tegelijk ben ik ook kritisch op de manier waarop het woord draagvlak wordt gebruikt. Het is een zogenaamd ‘plastic begrip’: Een woord dat ontdaan is van de inhoud. Het geeft de indruk van consensus, maar ondertussen is het een begrip van elastiek geworden, dat naar alle kanten rekbaar is (net zoals begrippen als transparant, duurzaam en participatie dat overigens zijn).
Om die reden wil ik expliciet zijn over de zaken die wij als fractie hebben afgewogen.
Voor het begrip draagvlak vinden wij de wens van de inwoners van Scherpenzeel belangrijk. Daarbij baseren we ons niet alleen op polls peilingen en onderzoeken -met alle methodologische discussies van dien- maar ook op de hoorzittingen, de gesprekken en discussies die we hebben gehad, zowel in Scherpenzeel als in Barneveld. ‘Als het kan, moet Scherpenzeel zelfstandig blijven’. Die uitspraak is nog het meest blijven hangen bij ons. Ook door de nuancering die hieraan gekoppeld is. Want welke keuze je ook maakt, het moet als doel hebben dat het de inwoners en de samenleving in Scherpenzeel het beste dient.
Voor ons betekent draagvlak ook dat er toekomstperspectief is. Een solide basis waarop je kan bouwen. In financieel opzicht baart dit ons zorgen. De manier waarop de financiële reserve terugloopt, de belastingdruk zijn top heeft bereikt en de wijze waarop het meerjarenperspectief is vormgegeven, geven ons zorgen voor de toekomst. Temeer omdat de uitdagingen voor het lokale bestuur toenemen.
Wat de fractie van de ChristenUnie ernstige zorgen baart is de bestuurscultuur in Scherpenzeel. De Universiteit Tilburg typeerde het als een vechtcultuur. Polarisatie en zogenaamde 8-5jes typeren de wijze van ‘samenwerking’ in Scherpenzeel. Daar komen de signalen van intimidatie dan nog bij.
Wij zien de overheid als een dienend orgaan voor de samenleving. Als het gaat over het beschermen van kwetsbare inwoners, als het gaat over dienstverlening, maar ook als het gaat om het verschaffen van ruimte aan de samenleving om er als gemeenschap voor elkaar te zijn. Goede voorzieningen en borging van de eigenheid zijn zaken die wij in nu, maar ook in de toekomstige situatie van belang vinden. Wij vragen het college dan ook met klem om dit te bewaken in bestuurlijke processen en gesprekken.
Wij zijn ervan overtuigd dat de toekomst van de inwoners van Scherpenzeel het beste geborgd is in nauwe samenwerking met Barneveld. Het is onze wens dat het bestuurlijke en politieke debat zal gaan over de vraag hoe beide gemeenten het beste kunnen halen uit hun samenwerking, gericht op het welbevinden van haar inwoners en met respect voor de eigenheid van Scherpenzeel.
Voorzitter, welk besluit er vanavond ook uit komt, er is wel een flinke opgave om het vertrouwen weer te herstellen. Wanneer woorden als Intimidatie en integriteit de boventoon voeren bij dit onderwerp, dan is er ook echt werk aan de winkel. Ik moet denken aan de woorden van waarnemend burgemeester Lutijn, die sprak over een pastorale houding. Hulp bieden, verbinding zoeken om samen op weg te gaan en het goede te zoeken. Dat wens ik ons toe als Staten, de gemeente Barneveld en Scherpenzeel en iedereen die hierbij betrokken is.
Foto: Scherpenzeel van A.v.Z., Creative Commons Licentie