Nederland moet stagnering goederenvervoer in Duitsland niet willen oplossen

PHSdonderdag 14 oktober 2010 11:35

Voor een beter en adequater transport van goederen over het spoor en frequenter gebruik van de huidige Betuwelijn van Nederland naar Duitsland zal de rijksoverheid moeten overleggen met de Duitse regering. Wellicht kan goederen vervoer over water eveneens verder ontwikkeld worden. Een optie die weinig geluid en trilling met zich mee brengt. Dat zegt Pieter Plug, fractievoorzitter van de Gelderse ChristenUnie Statenfractie.

Op dit moment wordt via het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) ingezet om het personenvervoer per spoor te stimuleren om op termijn zogenaamd spoorboekloos te rijden. Dat wil zeggen zes intercity’s en zes sprinters per uur per richting op de drukste spoorassen. Op zich is dit een mooi streven dat goed aansluit bij de wens het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief te laten zijn voor de auto. Voor zover lijken de plannen dus alleen maar een verbetering voor de burger.

Echter, er schuilt ook een heel groot zorgpunt in deze plannen. Het bijkomende gevaar van het rijksprogramma Hoogfrequent Spoor zit in het plan tot herroutering van het goederenvervoer. Dat houdt in dat er omvangrijke goederenstromen verlegd gaan worden naar bestaande spoortrajecten in vooral het oosten van het land. Door deze extra belasting op het huidige spoor komt niet alleen de kwaliteit van het personenvervoer in gevaar, maar wordt ook de leefbaarheid van veel dorp- en stadscentra aangetast. Een onacceptabele toename van geluid- en trillingsoverlast is het gevolg. Maar ook zal de onveiligheid op en rond het spoor groter worden door het transport van gevaarlijke stoffen dwars door dorpen en steden. Tevens wordt de situatie onveiliger vanwege de vele gelijkvloerse kruisingen op spoortrajecten in het oosten van het land en wordt de barrière werking groter. Immers, spoorbomen in dorpen en steden zullen meer gesloten dan open zijn en dat alleen al vergroot de kans op ongelukken op het spoor en de spoorwegovergangen.

Inmiddels groeit het maatschappelijk verzet tegen de uitbreiding van het goederentransport over het bestaande spoor. En terecht. De hele problematiek van de toename van het goederentransport over het bestaande spoor wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het nog steeds niet optimaal benutten van de bestaande Betuwelijn. Maar ook in de nieuwe planstudies voor het Programma Hoogfrequent Spoor wordt niet optimaal ingezet op het gebruik van de Betuwelijn. De rijksoverheid zou in collegiaal overleg met onze Duitse buren veel meer druk moeten uitoefenen om de in het verleden gemaakte afspraken over het maximum aantal goederentreinen dat bij Emmerich dagelijks de grens over mag gaan te verruimen. Nu vinden er nog geen 200 treinritten per dag over de Betuwelijn plaats, terwijl bij de aanleg ervan rekening gehouden werd met meer dan 450 treinritten per dag. De capaciteit zit dus nu nog niet eens op de helft.

Het beperkte gebruik van de capaciteit van het goederentransport over de Betuwelijn richting Duitsland zorgt ervoor dat het goederentransport, dat vaak gevaarlijke stoffen betreft, over andere spoorlijnen dan de Betuwelijn moet rijden ten koste van het personenvervoer en tot overlast van de leefomgeving langs deze sporen. En het ziet ernaar uit dat hierin ook niet snel verbetering wordt aangebracht, omdat de aanleg van extra spoorcapaciteit (derde spoorbaar Emmerich-Oberhausen net over de Nederlands-Duitse grens) ook nog veel treinverkeer hinder zal gaan geven op het Nederlandse deel van de Betuwelijn. De overlast komt daarmee wel heel erg op het bordje van Oost Nederland te liggen.

En dan wil men ook nog die goederentreinen met name in de nachtelijke uren laten rijden. Onvoorstelbaar en onacceptabel. Zet eerst in op optimalisatie van de Betuwelijn en tegelijk op een goede doorstroming in het Duitse en dan zal de behoefte van goederentransport over de bestaande spoorlijnen in Oost Nederland tot een minimum beperkt kunnen worden.

 

 

 

 

 

 

Daarnaast is er nog een veel beter alternatief dat verder onderzocht moet worden en dat is het goederentransport over water. Goederentransport over water blijft nog steeds sterk achter. Te veel goederenvervoer gaat nog over de weg en in mindere mate over het spoor. Er zou een betere en meer verantwoorde keuze gemaakt moeten worden. De huidige rivieren en plannen omtrent ruimte voor de rivier bieden daarvoor uitgelezen kansen. Er zijn voldoende mogelijkheden voor Nederland om het probleem van goederenvervoer met de eindbestemming buiten Nederland niet zelf op te willen lossen over de bestaande spoorlijnen, maar om meer goederentransport over water te stimuleren. Het ontlast niet alleen het bestaande spoor, maar voorkomt ook een toename van geluids- en trillingsoverlast en toename van onleefbaarheid langs het bestaande spoor.

 

 

De rijksoverheid moet dus niet het Duitse probleem van de Betuwelijn willen oplossen, maar moet inzetten op het stimuleren en faciliteren van het goederenvervoer over water. Daarmee lost men de problematiek van het goederenvervoer structureel op.

« Terug

Archief > 2010 > oktober

Geen berichten gevonden