Herdenkingsreis Sobibor 14 – 17 mei 2010

asheuvel bannerwoensdag 26 mei 2010 12:04

Met de trein begeef ik mij vanuit Putten naar Schiphol. Na een overstap op Amersfoort Centraal kom ik exact volgens de geplande tijd aan op Schiphol. Snel naar de incheckbalie van de KLM, het verzamelpunt van ons reisgezelschap. Tot mijn schrik constateer ik dat de KLM niet één incheckbalie heeft, maar wel 10, als je meestal alleen reist realiseer je je dit soort zaken niet. Het is druk op Schiphol, na een paar keer heen en weer lopen bij de balies zie ik Corina van der Valk, gelukkig het eerste bekende gezicht. Rond de klok van 8 uur voegen we ons bij het reisgezelschap, checken we de bagage in en kan de reis beginnen.

Na het inchecken begeef ik me na de security, ook weer een belevenis om daar door te komen: jas uit, colbertje uit, riem af, alle spullen uit de zakken en… schoenen uit meneer (de veiligheidsmedewerker is blijkbaar een kenner, wist van het merk schoenen dat ik droeg dat er ijzer in de hakken zat.). Rond de klok van 9 uur ben ik bij de gate en raak ik gesprek met mijn mede reizigers. Na een goede vlucht landen we rond de klok van 12 uur in Warschau en gaan we ons naar de bus die ons naar ons hotel brengt, een reis die uiteindelijk bijna 6 uur in beslag neemt.

Bij het hotel aangekomen breng ik mijn spullen naar mijn kamer, verken ik de omgeving nog even en gaan we voor ons avondeten naar restaurant Corleone. Ik schuif aan bij een tafel met mensen die ik deze dag nog niet eerder heb gesproken. Er is voldoende gespreksstof om de avond op een geanimeerde avond door te komen. Aan het einde van de avond heb ik het gevoel al veel langer dan deze ene dag met dit gezelschap opgetrokken te hebben. Voor mijn doen bijtijds zoek ik mijn kamer weer op, een dagje reizen is toch wel intensief….

 

Zaterdag 15 mei:

Na het ontbijt nog snel even de stad in om inkopen voor de lunch te doen, waarna de bus vertrekt. Vandaag zullen we eerst naar Wlodawa naar de synagoge gaan, en vervolgens door naar Sobibor.

In Wlodawa worden we hartelijk ontvangen door Marek Bem, de directeur van de Synagoge en het terrein in Sobibor. Na de ontvangst hebben we de gelegenheid om een aflevering van Netwerk, met daarin een interview met Jules Schelvis te bekijken. Ik krijg een eerste beeld van wat me verder deze dag staat te wachten. Na de filmpresentatie is er nog gelegenheid om de synagoge te bekijken, waarna we weer richting de bus vertrekken.

 

Op de weg van Wlodawa naar Sobibor gaat de muziek uit, het is stil… een ieder bereid zich op eigen wijze voor op het bezoek aan Sobibor. In Sobibor aangekomen stappen we uit de bus en krijgen we op een aantal plaatsen een toelichting hoe het terrein er vroeger uit zag, en… hoe het er vroeger aan toeging.

We wandelen met de groep naar de gedenklaan. De gedenklaan, een pad gemaakt in het dennenbos. Een pad, 67 jaar geleden de route van de perrons naar de gaskamers. Een pad door de Nazi’s ook wel Himmelfahrtstrasse genoemd. Vandaag de dag een pad met aan twee zijden stenen, stenen met de namen van hen die omgekomen zijn op dit terrein. We lopen met de groep over het pad, een ieder met z’n eigen gedachten. We lopen langs de stenen. Mensen stoppen bij een steen, zien een bekende naam, familie, grootouders, ouders. Er zijn ook verschillende stenen met een bordje zonder naam, een steen voor de onbekende. Aan het einde van het pad is een grote kist met een doorzichtige deksel, in de kist liggen allemaal kaartjes met voornamen, teveel om op te lezen, te veel om op te noemen.

Te veel om op te nemen, te veel om te bevatten, zo is het ook met al die mensen die hier op dit terrein de dood ingejaagd zijn. Zinloos! Onbegrijpelijk, niet te bevatten.

Vanuit de gedenklaan lopen we naar de asheuvel, een soort van gigantisch mausoleum, het symboliseert de asheuvel van de 250.000 die hier op dit terrein zijn omgekomen.

Bij de asheuvel vindt de officiële herdenking plaats:

- Na het voorlezen en zingen van het Jizkor en het Kaddisj, een tweetal joodse gebeden, zingt één van onze medereizigsters een psalm in het Hebreeuws (dit is echt anders dan de Statenvertaling).

- Dan is er gelegenheid om de namen te noemen van dierbaren die in Sobibor of in één van de andere kampen zijn omgekomen. Om beurten spreken mensen de namen uit van hen die zij met name willen herdenken. Tijdens de herdenking willen we ook de kinderen van een kindertransport uit Vught herdenken. 1296 kinderen werden naar Sobibor getransporteerd en hier omgebracht. Als Statenleden lezen we de namen op van de kinderen van 14 jaar, 64 in getal. Naam voor naam klinken ze, het komt in eens heel dicht bij, mensen krijgen een naam, een ziel, het worden mensen van vlees en bloed. En dan realiseer ik me: ik ben hier geen toeschouwer meer, als groep herdenken we hen die hier omgekomen zijn. Bekenden en onbekenden, één voor één mensen, net als wij, jong en oud, het maakte niet uit!

- Na het noemen van de namen houden we twee minuten stilte, iemand barst in huilen uit, aangrijpend

Na de herdenking vallen mensen elkaar in de armen, ze vinden troost bij elkaar en wens elkaar de herdenking nog vele jaren toe. De hier omgekomenen leven in de gedachten van hen die hier herdenken. Een ieder heeft nog de gelegenheid om eigen wijze te herdenken. Stilzwijgend loop ik nog een rondje om de asheuvel, mijn hoofd vol onbegrip, vol vertwijfeling.

’s Avonds dineren we met elkaar op de bovenverdieping van een Synagoge, de maaltijd begint met allerlei gerechten uit een origineel Joods sabbatsmaal. We genieten hier van de gastvrijheid van onze Poolse gastheer Jan Zudak.

Het is laat als ik ’s avonds (nog steeds vol indrukken) mijn bed in duik.

             

   

 

Zondag 16 mei

Na het ontbijt rijdt Jurek onze geweldige chauffeur ons weer naar de synagoge in Wlodawa. In de synagoge drinken we een bak koffie en in gezelschap van een groep Poolse leerlingen van een middelbare school vertrekken we weer naar Sobibor. In de gedenklaan vindt een ceremonie plaats waaraan de scholieren hun bijdrage leveren. Na de ceremonie heeft een ieder nog de gelegenheid om op eigen wijze te herdenken.

 

Het is vandaag een regenachtige dag, met als grote voordeel dat de muggen die zich gisteren in groten getale lieten zien vandaag in geen velden of wegen te bekennen zijn. Mensen zoeken de steen van hun geliefden nog een keer op, met collega Statenlid Corina van der Valk wandel ik nog een keer naar de asheuvel. Stilzwijgend…. Vervolgens wandelen we terug naar het herdenkingscentrum waar met behulp van een kleine tentoonstelling een indruk van het vernietigingskamp wordt gegeven.


Als ik mijn koffie opheb loop ik nog een keer terug naar de herdenkingslaan, het is er inmiddels stil en verlaten.
Ik loop langs de stenen…, ik lees de namen…, in gedachten………..

 

Na het middaguur vertrekken we uit Sobibor en reizen we naar Lublin, een stad die in de oorlog 120.000 inwoners telde, waarvan 43.000 joden. Vandaag de dag telt de stad 200.000 inwoners waarvan nog 20 joden. We krijgen een rondleiding door de stad en staan stil bij een aantal oude joodse gebouwen. De gids vertelt het verhaal over de oorlog, wat een leed hebben de mensen hier mee moeten maken. Het raakt diep, en eigenlijk kan ik nog niet half voorstellen wat de joodse mensen hier mee hebben moeten maken.

 

Maandag 17 mei:

De wekker gaat vandaag vroeg af, ik moet nog even een aantal e-mails wegwerken en…. om 08.30 uur moeten we in de bus zitten. Als ik rond de klok van 06.20 uur mijn pc opstart zie ik als snel dat het Nederlandse luchtruim in ieder geval tot 14.00 uur gesloten is. Spannend, hoe laat gaan we vanavond thuis zijn? Op de geplande tijd is de bus naar Warschau gereden, in Warschau was er zelfs nog wat tijd over voor een rondtour door Warschau, waarna we keurig op tijd op de luchthaven arriveerden. Uiteindelijk landen we een uur later dan oorspronkelijk gepland weer op Nederlands grondgebied.


Bij de bagageband nemen we afscheid van elkaar, het afscheid is bijzonder, in die paar dagen zijn er banden gegroeid, we hebben het een en ander met elkaar meegemaakt.

Moe maar voldaan arriveer ik ’s avonds rond de klok van 22.30 uur op het station van Putten. Als ik thuis kom heb ik veel te vertellen, ook de eerste dagen na de reis praat ik veel over Sobibor. Als mensen me vragen naar de reis begin ik met praten en kost het moeite om te eindigen.

Geboren en getogen op het platteland, in een dorp, Putten heb ik een beeld van de oorlog. De verhalen die ik heb meegekregen over de wegvoering gaven mij een beeld van de concentratiekampen. Een aantal jaren geleden was ik in de gelegenheid om het kamp Mauthausen te bezoeken, maar deze reis heeft iets te weeg gebracht was ik niet eerder meemaakte. Een verhaal, een geschieden uit een boekje, van horen zeggen is gaan leven. Mijn foto van de oorlog is breder geworden, een verhaal, een geschiedenis is gaan leven.

Voor mij is het wel duidelijk geworden, de herdenking afschaffen? Voorlopig niet! Het is belangrijk dat mensen zich blijven herinneren wat er in de oorlog is gebeurd, het is van groot belang dat kinderen te horen krijgen wat er op deze plaatsen is gebeurd. Niet omdat de verhalen zo mooi zijn, integendeel, maar om te voorkomen dat een dergelijke situatie zich ooit nog weer voordoet.

Putten, 26 mei 2010

Lubbert van den Heuvel

« Terug

Archief > 2010 > mei

Geen berichten gevonden